Zondag 26 maart 2023 – 5e Zondag van de Veertigdagentijd
1e lezing: Ez.37,12-14
2e lezing: Rom.8,8-11
Evangelie Joh.11,1-45 of 11,3-7.17.20-27.33b-45
Christus leeft in mij
Vandaag het verhaal van de opwekking van Lazarus. Voor velen van onze tijd een moeilijk verhaal. De pretentie dat een mens van vlees en bloed macht heeft over de dood lijkt ons absurd. Toch geeft juist dit verhaal iets prijs van het wezen van het kerk-zijn, dat velen vandaag de dag ontgaat.
Jezus wekt Lazarus op uit de dood. Hij doet dat niet zozeer om de nabestaanden ter wille te zijn. Het is niet allereerst een liefdedienst die Hij hier wil verrichten. Dat merken wij ook aan het verloop van het verhaal. Wie blijft nog twee dagen weg wanneer een innige vriend op sterven ligt en men door de familie naar het ziekbed geroepen wordt? Jezus zegt het ook zelf heel uitdrukkelijk: "Lazarus is gestorven en omwille van u verheug Ik Mij dat Ik er niet was, opdat gij moogt geloven."
Jezus komt hier niet alleen of allereerst vanwege een gevoel van medemenselijkheid. Hij komt niet om ons te tonen hoe je als mens met momenten van verdriet moet omgaan. Jezus maakt hier tastbaar dat Hij gekomen is om de wortel van zonde en dood te overwinnen. De eigenlijke taak en kracht van de Kerk vindt zijn oorsprong dan ook in de kracht die Jezus hier toont. Het gaat om een christelijk opstaan uit het kwaad, oorzaak van de dood. En vervolgens vertelt ons Johannes op eenvoudige maar indringende wijze hoe Jezus Lazarus doet opstaan uit de dood. Jezus toont hier zijn Macht over zonde en dood. De opwekking van Lazarus is als het ware het voorspel op zijn eigen verrijzenis.
Waarop bouwt de Kerk nu al tweeduizend jaar? Niet zozeer op de inspanningen van mensen maar op de verrijzenis van haar Stichter: Jezus. In Christus heeft God de wereld met zich verzoend. In Christus’ verrijzenis heeft God zonde en dood overwonnen. In feite mogen wij zeggen: in Christus mogen wij een nieuwe schepping zijn. Want, zegt ons de apostel: wij zijn door ons doopsel niet alleen met Christus begraven; uit de kracht van datzelfde doopsel mogen wij opstaan tot een nieuw leven. Zonde en dood hebben in ons leven niet langer het laatste woord. In Christus kunnen wij nu al opstaan tot een nieuw leven. “Ik leef niet meer, Christus leeft in mij.”
Moge het vertrouwen in Christus' macht over zonde en dood ons doen opstaan tot een nieuw leven. Dan zullen wij als ledematen van de ene Kerk een teken van vreugde zijn.
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie